25 September 2018
Bantam (Banten) maakt zich in 1527 onder leiding van Soenan Goennoeng Jati (één van de Wali Sanga) los van Pajajaran. Ze veroveren Soenda Kelapa op de Portugezen, wat herdoopt wordt tot Jayakarta (=stad van de grote overwinning). Rond 1600 was Banten het belangrijkste handelscentrum van Java.
Bantam wordt een VOC-locatie (comptoir) met een commandeur. Later wordt het fort Speelwijck gebouwd. Tot deze locatie hoorde ook Lampong Toulang Bauwang op Zuid-Sumatra.
Hoogtepunt onder sultan Agoeng (1651-1683). In 1682 wordt het vorstenhuis onderhorig aan de Verenigde Oostindische Compagnie; Bantam was op dat moment een groot handelscentrum. De Britten weken uit naar Bengkoeloe waardoor de peperhandel ook een monopolie werd van de VOC.
In Bantam regeerde sinds 1733 een zwakke vorst: sultan Zeinoe 'l Arifin. Hij stond onder invloed van één van zijn vrouwen: Ratoe Sarifa Fatima. Zij vond haar schoonzoon, een neef van de sultan, een betere opvolger dan de kroonprins Pangéran Goesti. Deze laatste vluchtte naar Batavia. Maar gouverneur-generaal Imhoff verbande hem naar Ceylon. Toen de toestand van de oude sultan verslechterde, benoemde Ratoe Sarifa Fatima zichzelf tot regentes.
In 1750 is er een grote opstand in het Bantamse tegen het onwettige bestuur onder Ratoe Sarifa Fatima. De nieuwe gouverneur-generaal Jacob van Mossel herstelde de fout van z’n voorganger door de Ratoe naar Batavia te laten sturen. De rust keerde pas geheel terug toen in 1753 Pangéran Goesti door de VOC als sultan werd geïnstalleerd.
Ook Bantam, Bantham, Banten, Sourousouangh, Soeroesowan (tegenwoordig Banten).
Bantam[1] was rond 1600 de belangrijkste havenstad van Java. Het was de eerste haven van de Indische archipel die door Nederlanders werd aangedaan.
De koning van Bantam genoot geen absolute macht; zowel met zijn regent als met de plaatselijke havenmeester diende hij rekening te houden. Bantam was een rijke stad met een belangrijke markt, die werd bezocht door handelaren uit India, Perzië en China. De stad moest zijn leidende positie afstaan, toen Batavia na een aantal jaren het economische centrum van de VOC in Azië werd.
Bantam gold in het begin van de 17de eeuw als belangrijkste handelsstad van de Indonesische archipel. Hier werden alle mogelijke waren uit geheel Azië samengebracht. Voor de VOC waren vooral de specerijen van belang, met name peper. Zij probeerde tevergeefs met haar vestiging een sleutelpositie te verkrijgen. De Engelsen verhinderen dit en ook de plaatselijke regent werkte de VOC tegen, uit vrees dat zij een te groot overwicht zou krijgen op de markt.
De conflicten stapelden zich op en de compagnie besloot uit te wijken naar het naburige Jacatra, dat later Batavia zou worden.
Nederlandse schepen deden in 1596 Bantam voor het eerst aan. De Portugezen hadden hier al jaren een vaste positie op de markt. Zij wilden de greep op deze stad niet prijsgeven aan de Nederlandse nieuwkomers.
De verhouding tussen de VOC en de sultan van Bantam was gespannen, omdat hij de compagnie dwarsboomde in haar poging de markt te domineren. Gedurende de hele 17de eeuw laaiden telkens nieuwe conflicten op tussen de VOC en Bantam, waaruit de compagnie steeds als overwinnaar naar voren kwam. In 1756 kwam Bantam definitief onder gezag van de compagnie.
In 1808 wordt Banten op bevel Daendels[2] met de grond gelijk gemaakt. In 1813 wordt Banten opgeheven als sultanaat.
BRON:o.a.VOC site
© 2010 - 2021 | Roel Bazuin | Written in Asciidoc | Baked with JBake v2.6.5
| CC BY-NC 4.0 license |