
20 July 2019
De eerste keer dat ik het graf van 'oom Robert', een broer van mijn oma, vond op het 'Kanchanaburi War Cemetery' is het onwillekeurig even slikken.
Zijn naam dwarrelde vroeger weleens door de kamer tijdens een van de zeldzame momenten dat er 'iets over de oorlog' werd opgemerkt. Oom Robert kwam meestal voor in die momenten.
Waarschijnlijk omdat hij de jongste broer van oma is die de oorlog niet heeft overleefd.
Misschien ook door de herinnering aan Eva. De jonge vrouw die eind 1945 langs het woonhuis komt om te informeren of Robert nog leeft.
Tragisch genoeg is hij minder dan 2 weken voor de capitulatie van Japan [1] op 2 augustus 1945 in Thailand overleden.
Op 3 augustus 1943 werd hij bij Bandoeng gevangen genomen door de Japanners. Hij was op dat moment Landstorm Sergeant 1e klas der Militaire Administratie, verbonden aan 2de Landstorm Afdeling Bandoeng.
"In Nederlands-Indië bestond naast het koloniale beroepsleger KNIL korte tijd een ‘Landstorm’. Die was verplicht voor alle mannen met een Nederlands paspoort." [2] [3]
Iedere beroeps of dienstplichtig soldaat die ergens in Indonesië gevangen is genomen, wordt meerdere keren verplaatst naar Japanse werkkampen in Nederlands Indië op Java, Sumatra, Borneo, Celebes, Molukken, Flores en daarbuiten in Malakka, Birma, Indo-China, China, Korea, Mantsjoerije en Japan [4] [5].
Na zijn gevangenneming vinden we bij Robert: 'Camp and transfer date 1: Java POW Camp 1942/08/15'.
Welk Java kamp dat precies is, weet ik niet [6]. Vermoedelijk eerst een van de tijdelijke kampen in Bandoeng en later Tjimahi.
We vinden hem op de lijst van 'Javaparty 9' [7]. Het transportschema van deze groep krijgsgevangenen begin 1943 wordt hier aangegeven. [8].
De hele groep wordt van diverse kampen verplaast naar '10e Bataljon' in Batavia. Van daar uit vertrekken 3188 Nederlandse krijgsgevangenen op 15 januari 1943 met de 'Harugiku Maru 2' [9] naar Singapore waar ze 4 dagen later aaankomen.
Op 19-1-1943 worden de krijgsgevangenen met vrachtauto’s overgebracht naar het Changi-kamp [10].
De krijgsgevangenen van Javaparty 9 worden twee weken later overgebracht naar Thailand om te werken aan de Birmaspoorweg [11].
Robert wordt toegewezen aan trein 42 die op 28 januari 1943 vertrekt naar Ban Pong in Thailand.
Er waren hier drie kampen: een werkkamp, een hospitaalkamp en een cholera-kamp. Nadat het werk aan de spoorlijn hier voltooid was, werd het werkkamp als doorgangskamp gebruikt (voor dagelijks passerende groepen krijgsgevangenen, die op weg waren naar hoger gelegen kampen).
'Camp Branch Name and Reg No. 1 20050 [16041]; No.4 Branch Camp of Thai POW Camp 20050 [16041] (Tamuang)'
Tamuang: 39 km van Nong Pladuk
'Transferred to No.6 Branch camp of Thai POW Camp (Kinsalyok, location Ubon 50km of Kanchannaburi, later moved to Hindat (3/1943) and renamed 1B) on 27 January 1943;''
Kinsaiyok: 171 km van Nong Pladuk. Hindat: 198 km van Nong Pladuk.
'Transferred and interned from No.1 Branch camp of Thai POW Camp to No.4 Branch camp of Thai POW Camp (Tamuang) on 15 September 1944;'
Tamuang lag 39 km van Non Pladuk. Dit kamp werd in april 1944 het grote hospitaalkamp (in plaats van Tarsao-130). Het bestond uiteindelijk uit 30 barakken, met een omheining en een diepe gracht er om heen; iedere barak had toen schuilloopgraven. In augustus 1945 werden in dit kamp alle krijgsgevangenen uit de omgeving verzameld.
Kurikonta: 229 km van Nong Pladuk 'Died on 2 August 1945 in H Force No 1 Camp Kurikonta' , 229 km van Non Pladuk en begraven op het Ereveld Kanchanaburi (53 km van Nong Pladuk).
© 2010 - 2021 | Roel Bazuin | Written in Asciidoc | Baked with JBake v2.6.5
| CC BY-NC 4.0 license |