De krijgsgevangenen werden met schepen aangevoerd vanuit de Filippijnen (Amerikanen), Formosa (Engelsen), Malakka (Engelsen) en Nederlands-Indië (Nederlanders, Engelsen, Australiërs en Amerikanen).
Bij deze zeetransporten zijn veel krijgsgevangenen omgekomen, deels door de uiterst slechte omstandigheden aan boord, deels doordat deze schepen door de geallieerden werden getorpedeerd (niet wetende dat er geallieerde krijgsgevangenen aan boord waren)".
Voor iedere zeetransport is een aparte bootpagina gemaakt met bijzonderheden over de boot (tonnage, bouwjaar, alternatieve bootnamen) en het transport, zoals de herkomst van de krijgsgevangenen, het aantal krijgsgevangenen en de bestemming, de havens die onderweg werden aangedaan, de weersomstandigheden, de toestand aan boord en dergelijke.