Bastiaans, -aanse(n), Bastiaens(en): Patroniem. Korte vorm van Sebastiaan, de Lat. Heiligenaam Sebastianus.
We lijken te maken te hebben met een patroniem: een naam verwijzend naar iemands vader.
Een zeer grote groep familienamen waarbij het achtervoegsel 'zoon' in de loop der tijd verloren is gegaan en de naam van de stamvader in de tweede naamval is geplaatst.
Veel familienamen zijn ontstaan uit patroniemen, ook wel vadersnamen genoemd: namen die verwijzen naar de voornaam van iemands vader en zo de familierelatie kenbaar maken.
Als vaders voornaam Bastiaan is, dan is Bastiaanszoon het patroniem van zijn zoon en Bastiaansdochter het patroniem van zijn dochter. Het achtervoegsel -zoon of -dochter werd afgekort of verbasterd: Bastiaansz., Bastiaansen, Bastiaansdr. Of het werd weggelaten, al dan niet met behoud van de tussen -s: Bastiaan(s).
Van de vroege middeleeuwen tot de invoering van de burgerlijke stand in de 19de eeuw werd het patroniem bij persoonsregistratie gebruikt. Het patroniem kon destijds de enige achternaam zijn, en van generatie op generatie veranderen, maar het patroniem kon ook door een familienaam worden gevolgd: Jan Bastiaansz. Bakker of Anna Bastiaansdr. van Amerongen.
Het patroniem in zijn oorspronkelijke functie verdween bij de invoering van burgerlijke stand in de eerste helft van de 19de eeuw. De persoonsregistratie bij de burgerlijke stand wordt beperkt tot het noteren van voornamen en een familienaam, die definitief in vaststaande spellingsvorm van ouder op kind wordt doorgegeven. Veel patroniemen zijn bij de invoering van de burgerlijke stand een familienaam geworden.
Veel familienamen hebben een tweede naamvals -s (= genitief -s). De namen Jan Hendriks en Albert Smits betekenen van oorsprong 'Jan van Hendrik' en 'Albert van de smid', of 'Jan Hendrikszoon' en 'Albert Smidszoon'. Het zijn overwegend beroepsnamen en patroniemen (namen die van een voornaam zijn afgeleid), maar met name in Zuid-Nederland treft men ook toponiemen aan die met een -s verbogen zijn.