27 October 2020
Als POW van Batavia naar Bandoeng, Tjimahi, Changi Singapore. Met Hawaii Maru 2 naar Moji Japan, Fukuoka 8B Inatsuki. Als KNIL-ML naar Manilla, Bundaberg Australië (NEI-PEP), Batavia Java (121sqn), Medan Sumatra (122sqn). Van Tandjun Priok naar Rotterdam met MS 'Fair Sea'. Terechtkomen in contractpension 'Rodanborgh' Aardenburg. Naar Vlissingen en uiteindelijk Amsterdam.
First version published on: 2013-08-18
|
![]() Roel Bazuin
Vanaf 1990 schrijf ik verhalen en artikelen. Opinie, research, case study’s. De laatste 15 jaar focus ik op de genealogie van mijn Eur-Aziatische takken. En daarmee samenhangende geschiedenis voor context en begrip. Contact
Reacties, vragen, meewerken? Gebruik het Mail formulier of Discord, Mastodon, Twitter, Gitlab. |
![]() Figure 11. Registratiekaart KNIL
![]() Figure 12. a/b HMAS ‘Manoora’
![]() Figure 13. Huis bij Bundaberg Australie
![]() Figure 15. Sumatra. Trip naar Tobameer
![]() Figure 17. konvooi met tanks batavia tandjung priok
|
Opa Carol Wilhelm Bastiaans zat gevangen in het krijgsgevangenenkamp Fukuoka 8B [1] op het eiland Kyushu in Japan [2] en overleefde op 9 augustus 1945 de atoombom op Nagasaki [3].
Volgens het verhaal was hij ten tijde van de bom ondergronds in de Yamano mijn. Vele andere krijgsgevangenen echter niet, getuige het verslag 'alles bleef stil, doodstil' [4].
Flarden van het verhaal dwarrelen door de familie.
Toevallig vond ik zijn naam in een lijst van gevangenen in Fukuoka 8B, ook bekend als 'Inatsuki'.
Hij was 'tewerkgesteld' [5] in de 'Yamano' kolenmijn van Mitsui Mining Co (Mitsui Kozan), tegenwoordig Nippon Coke & Engineering Co., Ltd. (Nippon Cokes Kogyo Kabushiki Gaisha, 日本コークス工業株式会社).
NR NAAM KNR RANG STB
10 Bastiaans, Carel Wilhelm 305 sgt 92426
Het kostte me een jaar of 6 om zijn geschiedenis tussen 1941 en 1950 te reconstrueren [6].
Toen ik zijn verhaal in 2013 voor het eerst opschreef, waren veel details niet bekend. Nog steeds weet ik niet hoe hij van Kyushu in Manila is terechtgekomen. Op het kaartje een groene lijn. Of hoe van Manila naar Australie is gereist.
"Dan is er een contingent luchtvaart-personeel, dat voor de M.L. naar Java en Australië is overgebracht en reeds ingeschakeld is in werkzaamheden, op luchtvaartgebied. Er waren toen nog ongeveer 4200 man in Manila achtergebleven".[7]
In de loop der jaren groeide de stapel aantekeningen en kattebelletjes in mijn archief. Memo-tjes aan mezelf als ik online weer iets gevonden had, iemand aan de telefoon had gesproken. Er ineens een herinnering kwam boven drijven.
En soms loop je ineens tegen een nieuw stuk van de puzzel aan die het verhaal verder completeert.
Hij behoorde als ML-KNIL [8] vliegtuigmonteur tot de jachtafdelingen van de 4de vliegtuiggroep (VLG IV)[9] [10]. De groep heeft het Maospati Vliegveld te Madioen - Java als basis. Zelf is hij gestationeerd op Andir, als onderdeel van de afdeling 2 VLG IV [11].
Rond 15 februari werden de afdelingen 1 en 2 van VLG IV gereorganiseerd. Men had begin februari zware verliezen geleden tijdens een massale bom aanval op Surabaya [12].
Het technisch personeel ging naar het vliegveld Kemajoran bij Batavia en hielp mee met de assemblage van 39 crated Hawker Hurricanes IIB die begin februari in Tanjung Priok waren gelost, aangevoerd door de HMS Athene.[13] De vliegers en monteurs vonden slaapplaatsen in diverse woningen op en aan de rand van het vliegveld.[14]
Op 20 februari kwam de eerste Japanse aanval op vliegveld Kalidjati [15] bij Bandoeng. De schade was beperkt: de toestellen werden niet geraakt. Op 21 februari volgde een tweede aanval. Er vielen slachtoffers, maar niet bij 2 VLG IV.
Op 24 februari was de Hurricane eenheid operationeel en werd ingezet bij de verdediging van het vliegveld. Dat lukte zeer matig; er werden 4 toestellen uitgeschakeld. Tijdens de aanvallen werd vrij veel schade aangericht aan de rand van het veld.
Na deze aanval werd 2 VLG IV verplaatst.
Op 25 februari vlogen de overgebleven 7 Hurricanes via Madioen naar Ngoro (Blimbing) in de buurt van Surabaya. Het personeel vertrok in konvooi in vrachtauto’s. Een deel van de monteurs reisden op eigen gelegenheid via Bandoeng (Andir).
Opa ging met de motor maar had het geluk dat hij met een Lockheed L12 mee kon naar Ngoro.
Er was een overschot aan monteurs voor de overgebleven 7 Hurricanes. Opa en zijn maat Jack Vleugels werden bij de Amerikanen (17th Pursuit Squadron USAAF) ingedeeld. Zij namen hun intrek in tenten en woningen in de kampong aan de rand van het veld.
De totale sterkte bestond uit 12 Curtiss P-40 Warhawk’s, 6 Brewster Buffalo’s en 7 Hurricanes IIB’s. Op 27 februari werd er door de Hurricanes niet gevlogen en zij waren dan ook niet betrokken bij de slag om de Javazee. Door het ontbreken van radio kristallen, munitie en hydraulische olie waren de kisten niet 100% operationeel. De monteurs van 2 VLG IV kregen van de Amerikanen instructie over de P-40 motoren.
"Op 28 februari 1942 landt het Japanse 16de Leger op drie plaatsen op de kust van West-Java: ruim 20.000 man bij Merak en in de Bantambaai op de noordwestpunt van Java, en circa 3.000 man bij Eretan Wetan ten noordwesten van Cheribon. De belangrijkste Japanse doelen waren de steden Batavia, Buitenzorg en Bandoeng en het ten noorden van Bandoeng gelegen vliegveld Kalidjati. De leiding van het KNIL besloot de verdediging te concentreren op de Bandoengse hoogvlakte. Op 6 en 7 maart vonden bij de KNIL-stellingen ten noorden van Bandoeng zware gevechten plaats. Kalidjati werd op 1 maart ingenomen. Op 8 april kapituleert het KNIL, de geallieerden op 12 maart." [16]
Om 05.30 steeg 2 VLG IV op voor een aanval op de Japanse landingsvloot nabij Rembang. 2 vliegers verloren het leven. 7 toestellen werden zwaar beschadigd.
Dezelfde dag werd het vliegveld aangevallen door Japanse Navy-O’s. De net gelande toestellen waren nog niet herbewapend en afgetankt en konden niet opstijgen. Al het personeel vluchtte van het veld af. Nagenoeg alle toestellen werden door de aanval buiten gevecht gesteld.
Alle eenheden trokken zich daarna in auto’s terug naar Bandoeng nadat de rest van de toestellen vernield waren. Men reisde via Madioen, Djokjakarta, Keboemen, Kroya, Banjar, Tasikmalaja en Garoet. 'S nachts rustte men uit tussen Keboemen en Kroya en kwamen in de ochtend van 2 maart in Bandoeng aan.
Op 4 maart 1942 begint de technische dienst van de ML-KNIL met het onklaar maken van vliegtuigen. Op 5 maart trekken de eerste Japanse militairen het onverdedigde Batavia binnen.
Op zijn registratielijst staat ‘op 5-4-1942 in Japans krijgsgevangenschap gevoerd’. Op dat moment was hij Sergant-Majoor monteur.
In Bandoeng werden de gevangenen geconcentreerd in de kampementen van het 15de Bataljon Infanterie, het 1ste Depot Bataljon en de Luchtdoelartillerie. Hij is samen met zijn maat Jack krijgsgevangen in een van deze kampen.
In juni worden ze overgebracht naar een van de grote krijgsgevangenkampen in Tjimahi [17]: de kampementen van het 4de en 9de Bataljon Infanterie, de Bergartillerie, het 6de Depot Bataljon en het Treinkampement. Verblijf 6 tot 8 maanden.
Eind 1942 per trein terug naar Batavia.
De grootste krijgsgevangenkampen in Batavia[18] waren de Uniekampong in de haven, de gevangenis van Glodok en het kampement van het 10de Bataljon Infanterie in het centrum.
Vanaf Tanjung Priok per Hellschip (De Makassar Maru) op 29 september 1943 naar het Changi-kamp in Singapore.
Onderdeel van de zg. 'Java party 17' [19].
Aankomst op 30 september.
Vanaf Singapore ging je door naar Birma (spoorweg) of Japan.
Voor opa werd het Japan.
Op 18 oktober aan boord van de Hawai Maru 2. De ongeveer 5000 km lange reis gaat echter niet door en men wordt op 22 oktober weer van boord gehaald. Op 6 november vertrekken 1230 krijgsgevangenen van Singapore naar Japan.
Het schip voer in een convooi met een andere schepen met krijgsgevangenen. Saigon wordt op 11 november gepasseerd. Tussen 26 en 28 november: luchtalarm. Op 27 november wordt het convooi van 15 schepen aangevallen door 3 B-25 bommenwerpers van het 14e Air force. 1 schip zinkt. De Hawaii Maru neemt 900 drenkelingen aan boord. Op 30 november wordt in Shanghai extra voedsel ingenomen.
Op 3 december aankomst op de eindbestemming Moji op het eiland Kuyshu in Japan. Daar werd men verdeeld in groepen en opa ging per geblindeerde trein naar Inatsuki in het Fukuoka district. Op 5-12-1943 aankomst in Fukuoka 8B, bij de kolenmijn ‘Jamano’ van Mitsui Mining Co (Mitsui Kozan), tegenwoordig Nippon Coke & Engineering Co., Ltd. Jack verdwijnt naar Fukuoka 21B.
"Eerste Luitenant Toda is de Japanse commandant van Fukuoka 8B. De dagelijkse leiding was echter in handen van sergant Maj. Hij was uitermate wreed, sluw en wraakzuchtig, evenals zijn mede officieren Haito, Stresaki en Sakata. Het kamp wordt ook bewaakt door gewone burgers die in wreedheid de Japanse officieren soms overtreffen. Onder hen Haito, Goto, Ota, Stresaki, Sakata, Ito en Eto. Na de oorlog worden zij berecht en krijgen 20 tot 40 jaar."
De leefomstandigheden in het kamp zijn erbarmelijk en het werk in de mijn is gevaarlijk en uitputtend. Ook het mijnbouw personeel is sadistisch en hard naar de gevangenen. De gevangenen werken in 3 ploegen van 8 uur en lopen een uur heen en terug van het kamp naar de mijn. Er zijn regelmatig instortingen, waardoor enkele gevangenen de dood vinden. Het hoofdvoedsel bestaat uit 600 gram rijst per dag, verdeeld over 3 maaltijden, plus dunne groentesoep waar een keer per maand een visje aan wordt toegevoegd. Opa weegt 38 kilo als hij wordt bevrijd. Jack is er niet beter aan toe.
"Op 9 augustus 1945 viel de atoombom op Nagasaki. Fukuoka 8B is ongeveer 120 kilometer verwijderd. Op 15 augustus 1945 capituleert Japan."
Jack en Bas overleven beiden de atoombom op het nabijgelegen Nagasaki en worden rond september 1945 door de Amerikanen bevrijd [20]. In Fukuoka 8b zitten op dat moment 573 gevangenen, waaronder 274 Nederlanders, 233 Britten en 66 Amerikanen. 25 gevangenen hebben hun internering niet overleefd. Hij woog 38 kg toen hij uit het kamp kwam.
Uitgemergeld, ziek en vol met zweren reizen de mannen vanuit Nagasaki naar Okinawa [21] en vlogen vervolgens via Manilla naar Bundaberg in Australie.
In Manilla worden de ex-krijgsgevangenen heringedeeld bij de KNIL. Op zijn registratielijst staat ‘op 21 september 1945 uit Japans krijgsgevangenschap terug’.
We vinden hem op een evacuatielijst [22] "Evacuation rosters: Nagasaki Dejima Docks; Wakayama; Philippines file: 253.4 Bk V" op pagina 25
Ze kregen nieuwe kleding, vers voedsel en konden bijkomen. De gerepatrieerde krijgsgevangenen was slechts een korte periode van herstel gegund. Daar werden de meest fitte militairen geselecteerd voor herbewapening en training.[23]
Hiervandaan gingen de meesten terug naar Nederlands Indië om daar in de volgende oorlog terecht te komen [24].
Eind ’45 en begin ’46 (NL-militairen mochten van de Britten nog niet op Java en Sumatra landen) is het RAPWI programma opgestart (Recovery of Allied Prisoners of War). ML-KNIL personeel en hun families werden toen met vooral (omgebouwde) B-25’s naar Bundaberg gevlogen, waar NL gebruik maakte van een RAAF vliegbasis. Een plek waar ze van de verschrikkingen van de kampen mochten herstellen alvorens weer actief in dienst te gaan.
Een bericht in de Batavia dagbladpers verteld over evacuatie naar holland, Balikpapan, Makassar en Grote Oost.
Een deel van het ML personeel wordt direct van Manilla naar Australië getransporteerd.
'een contigent luchtvaart-personeel is voor de ML naar Java en Australië overgebracht en reeds ingeschakeld in werkzaamheden op luchtvaartgebied'
"In de zomer van 1945 werd het ML-KNIL ‘120 squadron’ verplaatst van Canberra naar Bundaberg waar het dienst deed als opleidingseenheid van ex-krijgsgevangenen van het ML_KNIL. In augustus 1945 werd hier het no.19 Transport Squadron opgericht die belast werd met koeriersdiensten tussen Brisbane en Port Moresby en bevoorradingstransporten, waaronder voedselvoorziening van ex-krijgsgevangenen en geinterneerden in Nederlands-Indie waar naar schatting nog 80.000 ex-krijgsgevangenen en geinterneerde burgers vastzitten."
Omdat er behoefte was aan vliegtuigmechaniciens ging opa vanuit Manilla direct naar Australië en kwam terecht in Bundaberg in Queensland om daar op het nabij gelegen RAAF[25] vliegveld te werken bij NEI PEP [26]. Later komt hij waarschijnlijk terecht bij het ML-KNIL ‘121 Squadron’ [27] [28].
40 P51D’s werden per schip naar Australie vervoerd en geassembleerd op Bundaberg.[29] In Australië werden de Mustangs bij RAAF-depots gereed gemaakt. De eerste in mei en juni 1945, dus vóór de Japanse overgave op 15 augustus. 19 toestellen (N3-600/618) werden geleverd bij de Nederlandse Personnel and Equipment Pool te Brisbane. [30]
"Op 17 augustus 1945 werd de republiek Indonesië uitgeroepen die niet door Nederland werd erkend. Er ontstaat een bloederige strijd, de ‘Bersiap periode’, die duurt tot de winter van 1946. Deze perode wordt gevolgd door 2 ‘politionele acties’ en andere militaire confrontaties die duren tot begin 1950."
De Bersiap-periode was een gewelddadige periode in de Nederlandse en Indonesische geschiedenis. Openlijk werd door Indonesiërs opgeroepen tot "uitroeien van alle Belanda’s (Nederlanders) en alle Anjing Belanda’s" (Nederlandse honden), waarmee Indische Nederlanders werden bedoeld.
In deze periode werden de ouders en de 2 jongste broers van opa door de Indonesiers met de klewang in hun huis in Soerabaja vermoord. Hun graf is tot op heden niet gevonden.
Eenmaal aangesterkt en gesetteld, ging hij op zoek naar de verblijfplaats van zijn gezin. Hij vond hen uiteindelijk via het Rode Kruis.
De familie en Annie Vleugels woonden tijdens de Japanse bezettingsperiode in bij tante Tien die een kledingwinkel dreef aan de Hospitaalweg in Bandoeng. Met de inkomsten van de winkel en verhuur van kamers overleefde men de oorlog.[31] De familie was in de ‘Bersiap-periode’ genoodzaakt te vluchten en kwam terecht in een vluchtelingenhuis aan de Wenckebachlaan.[32] [33] Men woonde in een bediendenhuisje en sliep op matrassen op de grond.
Met RAPWI [34] vloog de familie met Annie Vleugels eind '45 in en omgebouwde B-25 naar Australië [35], naar alle waarschijnlijkheid behorend tot 18(NEI)Squadron. Het vliegtuig was overvol en men kon alleen kleine koffers met persoonlijke bezittingen meenemen.
Ze kwamen terecht in een opvangkamp in de buurt van Brisbane waar ze ongeveer een week verbleven om aan te sterken. Daarna verhuisde men naar een andere locatie, een ex-vakantiekamp, voor een verblijf van een week of twee om aansluitend naar Bundaberg te reizen voor een verblijf van ongeveer 10 maanden. Eerst in een huis in de stad, later op een boerderij in de buurt.
Opa werkte als vliegtuigmonteur op het nabijgelegen vliegveld.
Om op Sumatra over luchtsteun te beschikken en de bij Medan gelegerde RAF Spitfire eenheid te vervangen, werd 1 november 1946 122 Sqn te Tjililitan opgericht. Dit had extra personeel en vliegtuigen afkomstig van 121 (NEI) Sqn. Onder commando van kapitein Gerard Deibel vlogen 12 P-51’s van het 122 (NEI) Sqn en het technisch personeel in een B-25 op 14 november naar hun basis Polonia bij Medan. "In de B-25 zat een ploeg van de technische dienst onder commando van adjudant-onderofficier C.W. Bastiaans".[36]
Op 19 november arriveerde versterking met 5 toestellen. [37]
Opa wordt in 1946 bij het 122(NEI)Squadron [38] op het vliegveld '11VB Polonia' nabij Medan ingedeeld. Hij werkte daar [39] in de functie van 'adjudant-onderofficier en hoofd van de hangar- en lijndienst'.[40]
Het squadron beschikte over 12 P-51 gevechtsvliegtuigen en was belast met het geven van luchtsteun op Sumatra.
Zijn gezin vertrekt op 28 september 1946 met de HMAS ‘Manoora’ [41] van Brisbane en reist via Makassar naar Batavia. Zij wonen ongeveer 2 jaar aan de Matramanweg.
In '48 ' vertrekken zij naar Medan. De situatie ter plaatse blijft gevaarlijk. Bij familietripjes op Sumatra gaat steevast de Brengun mee. De kinderen konden weer naar school.
Op 20 juli 1947 startte de eerste 'politionele actie'. Tijdens de 1e politionele actie, op 21 juli 1947, werd 122(NEI)Squadron ingezet bij operatie "Pelikaan". Dit beoogde de uitschakeling van de vijandelijke AURI. Deze had vijandelijke toestellen op o.a. de vliegvelden Lhonga en Kotaradja geplaatst. Er werd steun verleend aan de Nederlandse grondtroepen met gebruik van o.a. 250- en 500-ponds bommen, en raketten van 40 en 70 pond. En natuurlijk de P-51 boordbewapening. In totaal heeft het 122(NEI)Squadron tijdens de 1e politionele actie zo’n 200 sorties gevlogen. [42]
In 1950 gaat opa op ‘verlof’ [43] naar Holland. Men voer met de AHS 'Meatsuyker’[44], een klein Hollands hospitaalschip, van Medan naar Jakarta. Na een kort verblijf werden zij in konvooi onder begeleiding van tanks van hun verblijfplaats naar Tanjung Priok gebracht.
Op 6 juni 1950 vertrek van Tanjung Priok met de MS ‘Fair Sea’ [45] naar Nederland. De start van een 'eenjarig verlof'. Aankomst 10 juli 1950 in Rotterdam waarna het gezin terechtkwam in het contractpension [46] 'kamp Rodanborgh' bij Aardenburg. Na een verblijf van enkele maanden verhuizen ze naar Vlissingen. Eerst in de Noordstraat, later aan de Steenenbeer.
Op 26 juli 1950 werd hij verbonden bij het Commando Legerluchtmacht Nederland als opzichter der 1e klasse, Adjudant Onderofficier vliegtuigmonteur. Op die dag wordt het KNIL formeel opgeheven. Hij werkte op de vliegvelden Valkenburg en Woensdrecht. Na enkele malen te zijn gepasseerd bij promotierondes en anderzijds schandalig te zijn behandeld door het hollandse militaire apparaat vertrekt hij.
Hij werkte hierna jaren bij een Esso benzinestation op de weg tussen Vlissingen en Middelburg.
"Als ik als kind vraag hoe opa aan de bult op zijn voorhoofd komt, krijg ik als antwoord: ‘door een geweerkolf’. Ik kijk hem niet begrijpend aan, maar verdere uitleg zit er niet in. Op dat moment leert hij mij schieten met een luchtbuks in de achtertuin van ons huis. Pas vele jaren later zie ik verband tussen zijn cryptische antwoord en de daarmee samenhangende omstandigheden."
'Opdat de verhalen en geschiedenis niet vergeten worden’.
"Als ik als kind vraag hoe opa aan de bult op zijn voorhoofd komt, krijg ik als antwoord: ‘door een geweerkolf’. Ik kijk hem niet begrijpend aan, maar verdere uitleg zit er niet in. Op dat moment leert hij mij schieten met een luchtbuks in de achtertuin van ons huis. Pas vele jaren later zie ik verband tussen zijn cryptische antwoord en de daarmee samenhangende omstandigheden."
Nederland blijft in de positie, dat het de enige overheid is, die haar koloniale dienaren niet betaald heeft. [47]
Hij was een van de 42.000 KNIL krijgsgevangenen [48] die 3,5 jaar in een Japans interneringskamp gedwongen werd te werken voor de Japanse oorlogsmachine. Een van de mensen die 1265 dagen werden uitgehongerd, geslagen, geschopt en bedreigd. Een van de KNIL-soldaten die in 1950 met gezin, met achterlating van have en goed, op 'bijzonder verlof' werd gestuurd naar holland. Een van de dienaren waaraan door zijn overheid 3,5 jaar salaris niet werd uitbetaald. Een van de Indische Nederlanders die niet werd gecompenseerd voor verlies van bezit.
Timeline C.W. Bastiaans + wat context.
Toen ik zijn verhaal in 2013 voor het eerst opschreef, waren veel details niet bekend. In de loop der jaren groeide de stapel aantekeningen en kattebelletjes in mijn archief. Memo-tjes aan mezelf als ik online weer iets gevonden had, iemand aan de telefoon had gesproken. Er ineens een herinnering kwam boven drijven.
Op enig moment heb ik alles in een spreadsheet gezet en daar - relevante hstorische - gebeurtenissen aan toegevoegd. De spreadsheet bevat 230 records uit 39 bronnen (2021-03-04). Een selectie in de tabel.
Date | year | what | relevant |
---|---|---|---|
20-02-42 |
1942 |
Eerste aanval Japanners op Kalidjati bij Bandoeng |
Schade beperkt. 12 vijandelijke bommenwerpers en 20 Jagers |
25-02-42 |
1942 |
2 VLG IV verplaatst naar Ngoro (Blimbling) |
7 Hurricanes |
27-02-42 |
1942 |
Door Hurricanes niet gevlogen; niet betrokken bij slag om Javazee |
ontbreken van radio kristallen, minutie en Hyd olie |
28-02-42 |
1942 |
2 VLG IV valt de landingsvloot aan bij Rembang |
2 vliegers komen om; 7 toestelen zwaar beschadigd |
01-03-42 |
1942 |
Inname vliegveld Kalidjati |
door Japanse gevechtsgroep die bij Eretan Wetan was geland |
04-03-42 |
1942 |
Technische dienst ML-KNIL start met onklaar maken vliegtuigen |
- |
06-03-42 |
1942 |
bij de KNIL-stellingen ten noorden van Bandoeng zware gevechten |
Japanse vliegtuigen beheersten het luchtruim en het moreel van de KNIL-troepen was door de vele terugtochten laag. |
08-03-42 |
1942 |
Capitulatie KNIL |
09:00 on 8 March the Commander-in-Chief of the Allied forces Ter Poorten announced the surrender of the Royal Netherlands East Indies Army in Java. " |
05-04-42 |
1942 |
Opa in krijgsgevangenschap |
op registratielijst |
05-04-42 |
1942 |
Opa Kamp Bandoeng, 15e Bataljon |
Onderdeel Java party 17; het 17e krijgsgevangenentransport vanuit Java |
08-04-42 |
1942 |
Capitulatie geallieerden |
- |
10-12-42 |
1942 |
Evacuatie KNIL en een gedeelte van de Australische troepen van Timor naar Australië (10 tot 18 december 1942 ) |
- |
31-08-43 |
1942 |
Opa Tjimahi 4e en 9e Bataljon |
Onderdeel Java party 17; het 17e krijgsgevangenentransport vanuit Java |
26-09-43 |
1943 |
Opa vanaf Tanjung Priok per schip (de De Makassar Maru) naar het Changi-kamp in Singapore 2600 kr (429 Eng, 2169, 2169 Ned, 2 Austr) |
Onderdeel Java party 17; het 17e krijgsgevangenentransport vanuit Java |
18-10-43 |
1943 |
Op 18 oktober aan boord van de Hawai Maru 2. |
De reis gaat niet door |
22-10-43 |
1943 |
Op 22 oktober van boord gehaald van de Hawai Maru 2. |
- |
06-11-43 |
1943 |
Opa Vertrek met 1230 krijgsgevangenen (11 Eng, 1218 Ned) op Hawai Maru 2. |
In convooi met 15 andere schepen |
11-11-43 |
1943 |
Opa Saigon gepaseerd ab Hawai Maru 2 |
- |
27-11-43 |
1943 |
Opa’s convooi wordt aangevallen door 3 vliegtuigen. 1 schip zinkt ab Hawai Maru 2 |
Hawai Maru neemt 900 drenkelingen aan boord |
30-11-43 |
1943 |
Op inname extra voedsel in Shanghai ab Hawai Maru 2 |
- |
03-12-43 |
1943 |
Opa aankomst ab Hawai Maru 2 in Moji op Kuyushu in Japan |
- |
04-12-43 |
1943 |
Opa per geblindeerde trein naar Inatsuki in het Fukuoka district |
- |
05-12-43 |
1943 |
Opa (+ 300 pow) aankomst in Fukuoka 8B, bij de kolenmijn Jamano van Mitsui Mining Co (Mitsui Kozan), tegenwoordig Nippon Coke & Engineering Co., Ltd. |
3 Oct 1943: Established as Fuk-19-B, 19 Apr 1944: Renamed Fukuoka 11-D, Aug 1945: Renamed Fukuoka 8-B |
01-05-45 |
1945 |
Eerste van de 40 P51D komt aan ( mei en juni ). De rest tussen oktober 1945 en maart 1946 |
19 toestellen (N3-600/618) werden geleverd bij de Nederlandse Personnel and Equipment Pool te Brisbane. |
10-06-45 |
1945 |
Arrival of Dutch Forces in North Sumatra |
Australian forces land in Brunei. Dutch forces land in North Sumatra. |
09-08-45 |
1945 |
Val van de atoombom op Nagasaki. "Fat Man" was dropped from the B-29 bomber Bockscar |
Fukuoka 8B is ongeveer 120 kilometer verwijderd. An estimated 39,000 people were killed outright by the bombing a further 25,000 were injured. |
15-08-45 |
1945 |
Capitulatie Japan |
VJ Day (Victory in Japan) |
17-08-45 |
1945 |
Bersiap start |
Euphoria of revolution spreads across the country |
17-08-45 |
1945 |
Republiek Indonesia uitgeroepen |
- |
17-08-45 |
1945 |
The Japanese in Java and Sumatra disband the Peta/Giyugun and Heiho, dismantling command structures and membership. |
17 to 25 August |
01-09-45 |
1945 |
Brawls break out in Surabaya between Indonesian youths and newly freed Europeans. |
opa’s vader moeder en 2 broers worden vermoord door de indonesiers |
02-09-45 |
1945 |
Formal Japanese surrender on deck of USS Missouri |
- |
12-09-45 |
1945 |
Opa Evacuatie Fukuoka 8B kamp |
n Fukuoka 8b zitten op dat moment 573 gevangenen, waaronder 274 Nederlanders, 233 Britten en 66 Amerikanen. 25 gevangenen hebben hun internering niet overleefd. Hij woog 38 kg toen hij uit het kamp kwam. |
21-09-45 |
1945 |
Opa op 21 september terug uit krijgsgevangenschap' (registratielijst) |
In Manilla worden de ex-krijgsgevangenen heringedeeld bij de KNIL. |
30-09-45 |
1945 |
Bundaberg aankomst opa |
|
15-10-45 |
1945 |
RAPWI vliegdienst vervoerde ML-KNIL en hun families , wo oma + ma + oom Wallie naar Australië |
|
15-10-45 |
1945 |
oma + ma + oom Wallie in opvangkamp in de buurt van Brisbane |
verblijf enkele weken |
15-11-45 |
1945 |
oma + ma + oom Wallie in ex-vakantiekamp |
Verblijf ~ 2 weken |
30-11-45 |
1945 |
oma + ma + oom Wallie naar Bundaberg |
Verblijf ~ 10 maanden |
15-04-46 |
1946 |
Oprichting KNIL Medan Bataljon 'Gagak Hitam' met stadswachter, Landstormers, en het daar aanwezige gewezen inheemse KNIL militairen, vrijwilligers van diverse landaarden, bijvoorbeeld Arabieren, Klingelezen en Chinezen |
Op 18 juli 1946 werd de naam Medan Bataljon verandert in VI Bataljon Infanterie (INF.VI). Hierbij werden vele mannen, oud Marechaussees, die onder Westerling hadden gediend, de kern. Onder het volk stonden ze bekend als Maresosee. Deze mannen hadden o.a. ook geholpen bij het vernietigen van de beruchte bende Gagag Hitam onder leiding van Hayrullah |
13-07-46 |
1946 |
KNIL luitenant Westerling vertrekt van Sumatra naar Batavia |
- |
28-09-46 |
1946 |
oma + ma + oom Wallie vertrek met HMAS 'Manoora' vanuit Brisbane naar Batavia |
Verblijf ~ 2 jaar |
01-11-46 |
1946 |
Officiele oprichting 122 Sqn te Tjililitan |
- |
14-11-46 |
1946 |
de eerste twaalf P-51s van het 122 Sqn, onder begeleiding van een B-25 (het technisch personeel), van Tjililitan naar Polonia bij Medan, een afstand van 1390 km |
In de B-25 zat een ploeg van de technische dienst onder commando van adjudant-onderofficier C.W. Bastiaans." |
19-11-46 |
1946 |
5 extra P51’s arriveren van het 122 Sqn op Polonia bij Medan |
- |
01-12-46 |
1946 |
Bersiap end |
- |
25-03-47 |
1947 |
Linggadjati Agreement, first ceasefire. |
a political accord concluded on 15 November 1946 by the Dutch administration and the unilaterally declared Republic of Indonesia in the village of Liggarjati, near Cirebon in which the Dutch recognised the republic as the de facto authority in Java, Madura and Sumatra. |
20-07-47 |
1947 |
Start eerste 'politionele actie'. codenaam "operatie Product" |
duurde tot 5 augustus 1947 |
21-07-47 |
1947 |
Pelikaan tegen vliegveld Lhonga. Ondersteuning I-I RI[14 en Z-Brig[15] met aanvallen in de buurt van Arnhemia] |
1ste politionele actie 122(nei)sqn |
22-07-47 |
1947 |
vernieling vijandelijk afweergeschut, beschieting loopgraven en stellingen bij Arnhemia. Vernietiging motorcolonne bij Brastagi |
1ste politionele actie 122(nei)sqn |
05-08-47 |
1947 |
Einde eerste 'politionele actie'. codenaam "operatie Product" |
- |
09-12-47 |
1947 |
431 mannen in het dorpje Rawagede op West-Java door Nederlandse militairen geexecuteerd |
today, Balongsar |
12-12-47 |
1947 |
Ereteken voor Orde en Vrede. |
voor opa |
19-01-48 |
1948 |
Renville Agreement establishes the Van Mook line between Republican and Dutch held territories |
- |
28-09-48 |
1948 |
oma + ma + oom Wallie vertrek naar Medan |
Verblijf ~ 2 jaar |
19-12-48 |
1948 |
2 C-47s van 20Sqn vertrokken van Tjililitan naar Medan. Zij brachten vandaar personeel en materieel van 122 Sqn naar Padang die zouden worden ingezet voor luchtsteun tijdens een doorstoot naar Fort de Kock. |
2ste politionele actie 122(nei)sqn |
19-12-48 |
1948 |
start tweede 'politionele actie'. Codenaam 'Kraai' |
Hoofddoel was de vernietiging van de macht van de Republiek Indonesië door Jogjakarta en Boekittinggi (het voormalige Fort de Kock) te bezetten |
27-12-49 |
1949 |
soevereiniteitsoverdracht aan Republiek Indonesia |
The Republic of Indonesia was declared |
06-05-50 |
1950 |
Opa + oma + ma + oom Wallie vertrek met AHS 'Meatsuyker' naar Djakarta |
Na een kort verblijf werden zij in konvooi van hun verblijfplaats naar Tanjung Priok gebracht. |
06-06-50 |
1950 |
oma + ma + oom Wallie vertrek met MS 'Fair Sea' vanuit Tanjung Priok naar Rotterdam |
- |
26-06-50 |
1950 |
KNIL opgeheven |
- |
26-06-50 |
1950 |
verbonden bij het Commando Legerluchtmacht Nederland als opzichter der 1e klasse, Adjudant Onderofficier vliegtuigmonteur |
- |
10-07-50 |
1950 |
oma + ma + oom Wallie aankomst met MS 'Fair Sea' in Rotterdam |
- |
11-07-50 |
1950 |
Aankomst kamp Rodanborgh bij Aardenburg |
- |
Fukuoka 8b [49] ligt bij een klein niet-geïdentificeerd mijnstadje 40 tot 50 mijl ten zuiden van Moji en ongeveer 40 mijl ten oosten van Fukuoka. De oorspronkelijke grootte van het kamp was 200 'x 200' omgeven door een 10 'houten hek met een geladen draad aan de bovenkant.
251 Britse gevangenen waren de eerste bewoners van dit kamp (13 oktober 1943 van de Ussuri Maru). Op 25 december 1943 kwamen 270 Nederlandse gevangenen aan. Medisch personeel van het Britse en Nederlandse leger was aanwezig in beide groepen. Capt. Peter Williams, Royal Artillery, was de algemene commandant van het gevangenkamp. Een detail van 69 Amerikaanse gevangenen uit een kamp in Tanagawa, nabij Osaka op Honshu bereikte dit kamp in maart 1945. Het totale aantal gevangenen kwam op 590.
Originals [50] located in 'Record Group 331 Box 920; these files were mostly hand written and each page is we have photographs of each page'.
De vloeren waren van vuil. Sommige van deze gebouwen waren aan de binnenkant geïsoleerd met gips, andere met multiplex. Weer anderen waren helemaal niet geïsoleerd. Later werden twee extra kazernes. Alle barakken voorzien van papieren ramen. Geen verwarming. Gevangenen lagen op individuele strooien matten of baaien. Kasten waren voorzien voor het opslaan van kleding. De barakken waren besmet met luizen.
Het hoofdvoedsel bestond uit tussen 550 en 750 gram rijst per dag verdeeld in drie maaltijden plus dunne groentesoep met ongeveer een keer per maand toegevoegde vis. Het eten werd gekookt in grote ijzeren ketels.
Het Japanse toezichthoudende personeel was behoorlijk algemeen wreed en de afranselingen kwamen frequent voor. De mijnen waren niet uitgerust met veiligheidsvoorzieningen. Cave-ins waren gebruikelijk en verschillende sterfgevallen werden hierdoor veroorzaakt. De gevangenen waren zich voortdurend bewust van dit gevaar en hun nerveuze angst was een grotere bedreiging voor hun gezondheid dan het eigenlijke werk volgens de kampchirurg.
Een Japans helleschip was een schip van de Japanse marine dat het Japanse leger gebruikte om krijgsgevangenen en Aziatische dwangarbeiders (romoesja’s) te vervoeren. De schepen stonden bekend om de zeer slechte omstandigheden aan boord en de wrede manier waarop de bemanning krijgsgevangenen behandelde. Deze krijgsgevangenen werden tijdens de Tweede Wereldoorlog vanaf de Indonesische archipel, de Filipijnen, Hongkong en Singapore naar Birma, Siam, Sumatra, De Molukken, Japan, Formosa, Mantsjoerije of Korea vervoerd om aldaar gedwongen te werk gesteld te worden [51].
De Makassar Maru (4.026 ton) vertrok op 26-9-1943 met 2600 krijgsgevangenen (2169 Nederlanders, 429 Engelsen, 2 Australiërs) uit Batavia (Tandjong Priok) naar Singapore. Dit transport werd aangeduid als Java Party 17, het 17e krijgsgevangenentransport vanuit Java. Deze groep vertrok 's morgens om 5.00 uur met de stadstram naar het eindpunt in Tandjong Priok; vervolgens werd gelopen naar de kade van de Rotterdamse Lloyd. Om 14.30 uur ging iedereen aan boord, om 17.00 uur voer het schip de haven uit.
Het schip was niet groot, het ruim met krijgsgevangenen was overvol, de mannen zaten op de vloer, het was zeer heet. Sommigen wisten zich aan dek te verschuilen. Op 29-9-1943 werd de rede van Singapore bereikt, op 30-9-1943 's morgens vroeg vond de ontscheping plaats, waarna de mannen met vrachtwagens naar het Changi-kamp werden gebracht.
NOOT. Binnen enige weken na aankomst in Singapore werden deze krijgsgevangenen overgebracht naar Japan, deels met de Matsue Maru 2, deels met de Hawaii Maru 2. De Makassar Maru werd op 1943-10-07 tot zinken gebracht door de USS Hoe en USS Aspro [52].
De Hawai Maru 2 (soms aangeduid als Nichi Maru) vertrok op 6-11-1943 met 1230 krijgsgevangenen (bijna allen Nederlanders) uit Singapore naar Japan (900 in het voorruim, 300 in het achterruim). Deze krijgsgevangenen vormden een deel van Java Party 17. Het schip voer in een convooi met een ander schip met krijgsgevangenen; er was een week lang storm, waardoor er veel zeezieken waren.
Er werd onvoldoende voeding verstrekt. Er waren geen sterf¬gevallen onderweg.
Op 27-11-1943 werd het convooi van 15 schepen aangevallen door drie vliegtuigen: een ander schip met krijgsgevangenen werd tot zinken gebracht, de Hawaii Maru 2 nam 900 drenkelingen (Japanse soldaten en burgers) aan boord. Op 30-11-1943 werd in Shanghai extra voedsel ingeladen.
Op 3-12-1943 kwam het schip aan in Moji. de krijgsgevangenen werden overgebracht naar diverse krijgsgevangenkampen op het zuidelijkste eiland Kiushu en op het hoofdeiland Honshu (zie tabel). De mannen voor de Osaka-kampen werden met de veerboot overgezet naar Shimonoseki, waarna het transport verder ging per trein.
USS Chenango
- http://www.usschenango.com/history_world_war_ll/images/History_USS_Chenango.pdf
© 2010 - 2021 | Roel Bazuin | Written in Asciidoc | Baked with JBake v2.6.5
| CC BY-NC 4.0 license |